Padoefke (1/2)

Heel lang geleden ontmoetten het rendier Padoefke en Mr Noël Jean-Jacques Mercier – de Kerstman- elkaar op Wolkje 8. Samen bouwden ze aldaar de Kerstfabriek.

Rendier Padoefke en Mr Jean-Jacques Mercier

De Sint is weg

Het is 7 december. De rookpluimen van Sints stoomboot versmelten met Wolkje 8.

‘Wakker worden!’, tikt Padoefke met zijn hoef tegen de bolle wangen van de Kerstman. De kwieke oude man strompelt uit zijn schommelstoel.

‘Mijn bril! Mijn bril’, roept hij de wanhoop nabij. Als een pingpongbal ketst hij door de kamer, struikelt en botst dat het schoon is om te zien. Tijd voorPadoefke om zijn hoeven uit de mouwen te steken.

Hij helpt de Kerstman overeind en zet het brilletje op de rode neus. Dan smeert hij bokes met choco terwijl de Kerstman zijn beentjes onder tafel schuift.

‘Is het al weer zover?’, zucht de Kerstman.

‘Ach, ach, oude zeurpiet!’, zegt Padoefke, ‘elk jaar hetzelfde liedje’. ‘Die korte deadline altijd’, bromt de Kerstman. ‘En al die verwarrrrrende bestellingen!’ Padoefke wijst met zijn hoeven vol apetrots naar zijn borst: ‘Hé baasje, kijk wie hier staat? Mmm?’. Murmelend eet de kwieke man zijn ontbijt op.

Kerstman in zijn kantoor

Aan tafel zit de Kerstman verdoken achter de stapel brieven.
Na het lezen van elk briefje spurt hij met zijn korte beentjes naar de rekken.
Hij zoekt en zoekt naar het juiste geschenkje. Wanneer een vol rek naar beneden
dreigt te donderen slaan alle hulprendieren hun hoeven voor de bek en kijken
verschrikt: ‘Oooooohhh’. De Kerstman fronst zijn dikke wenkbrauwen en zegt
streng: ‘Is dit zo erg, ja?’ Met een lange lip brengt hij het geschenk naar
Padoef. Tot vorig jaar zorgde de Kerstman zelf voor het geschenkpapier en
een gekruld lintje met het adreskaartje.
Toen Sofietje een broodrooster, Willem een popje en mama een treintje onder de
boom vonden, waren allen hun geloof in de Goede Kerstman volledig kwijt.
Padoefke en de Hulprendieren vonden een goed gesprek met hun koppige Kerstman
op zijn plaats.

Dagen en nachten werken de Kerstman, Padoefke en de Hulprendieren
hun te pletter. Soms wordt het de Kerstman te veel en slaat de vermoeidheid
toe. Zijn hoofd smakt dan op tafel en een oorverdovend gesnurk vult de
Kerstfabriek. De rendieren staan te grinniken. Padoef vult zelf de juten zakken
met geschenken. Daar was destijds ook een hele discussie over met de Kerstman.
‘Ik doe dat zelf!’, stampvoette de Kerstman. ‘Ah ja?’, lispelde Padoef met de
poten naar omhoog, ‘en weer alles in het honderd laten lopen zeker?’ Dat jaar
lag het rendier koortsig in bed. Bij elk huis moesten ze alle zakken overhoop
halen om toch maar het juiste geschenkje te vinden. ‘Dat is plezier van de
bovenste plank!’, verdedigde de Kerstman zich. ‘Jaaaaaa’, sloeg Padoef met zijn
hoef op het parket, ‘als je van boven begint te tellen!’

Kerstnacht: het vertrek met de slee

Kerstnacht breekt aan over enkele uren. De Trek-Rendieren
staan ongeduldig te trappelen. Wanneer alle pakjes in de zakken steken, ploft
de Kerstman gekraakt en uitgeput in zijn schommelstoel. ‘Eindelijk! Eindelijk!’,
zucht hij. Padoefke bakt een grote pan met spek en zet een glaasje whisky klaar.

‘Fwiiieeet!’, fluit Padoef tussen de twee tenen van zijnh oef. De Kerstman snelt naar buiten, gooit zijn deurtje dicht, zet zijn muts op terwijl hij van het trapje loopt. De ingespannen Trek-Rendieren glimlachen. Op het derde laatste treetje glijdt de Kerstman uit en valt op zijn achterwerk. De Trek-rendieren barsten in lachen uit. ‘Oh, oh, wat zijn we toch weer grappig
vandaag!’, knarst de Kerstman.

De Arreslee zoeft door de ijskoude lucht naar Wolkje 7. Daar woont Knapperdje. Een tenger Hulpkerstventje met groene krullaarsjes en een groen pakje.

‘Hoooooo, stop, terugkeren!’ schelt de Kerstman. ‘Ben je niet goed
wijs, ventje?’, vraagt Padoef. ‘Euh, … sorry, …ben… euh… de bellen vergeten’.
Padoef en de Trek-rendieren slaan hun hoeven voor hun ogen van ongeloof.

Op Wolkje 7 staat Knapperdje reeds een uur het gezelschap op
te wachten. Rillend van de kou. In de verte hoort hij het schelle geluid van de
Kerstbellen. ‘Kon het echt echt niet later?’ vraagt Knapperdje geërgerd.
Padoefke en de Trek-rendieren wijzen allen tesaam met een hoef richting Kerstman.

‘Juuuu’, port de Kerstman zijn rendieren aan. De Arreslee
vertrekt met een snok op weg naar hun eerste adres.

Mady Maeriën

19/11/2014