Recensie ‘Fandorin’ van Boris Akoenin

Fandorin van Boris Akoenin

De auteur

Boris Akoenin is in 1956 in Georgië geboren als Grigori Tsjchartisjvili. Akoenin is hoogleraar Japanse taal en letterkunde, vertaler en hoofdredacteur van een literair tijdschrift.

Zijn schrijversnaam Boris Akoenin heeft hij voor het eerst gebruikt in 1998 bij de publicatie van zijn eerste misdaadroman Fandorin. Akoenin betekent, vertaald uit het Japans, schurk.

Boris schreef verschillende romans. Fandorin is de eerste van de zeven in deze reeks die gaat over de speurder Erast Petrovitsj Fandorin en die uitgegeven zijn in het Nederlands.

Romans zoals ‘de minnares van de dood’, ‘De zwarte Stad’ en ‘Geen tot ziens’ zijn niet uitgegeven in het Nederlands.

De volgende romans waarin de kleinzoon van Erast – Nicolas- de hoofdrol speelt zijn ‘Dubbelschat’, ‘Vrij lezen’, ‘F.M.’ en ‘Valk en zwaluw’. -Alleen de eerste 2 delen zijn in het Nederlands vertaald.

Dan volgt er nog een trilogie waarin de hoofdrol voorbehouden is aan een non, zuster Pelagia. ‘Pelagia en de witte buldog’, ‘Pelagia en de zwarte monnik’ en ‘Pelagia en de rode haan’.

Korte inhoud

Het verhaal begint met twee dames – een juffer en haar gouvernante – die op een plein in Moskou op een bank zitten. Er komt een jongeman aan, blijft voor hen staan en vraagt of hij de juffer mag kussen. Zoniet, zal hij zelfmoord plegen. Erast Fandorin, een 19-jarige ambtenaar onder Ksaveri Feoliktovitsj Groesjin (hoofd gerechtelijk onderzoek recherche) wordt belast met dit onderzoek.

Al jaren ligt dit boekje in mijn boekenkast. Het is door de eenvoud van titel dat ik deze roman nooit ter hand heb genomen. Tot nu. Een Russische misdaadroman die alles heeft. Humor, rijke beeldende taal,, romantiek, mysterie, …

Setting, personages en opbouw

‘Fandorin’ speelt zich af in 1876 in Moskou en deels in Londen. De personages verplaatsen zich enkel per boot, trein en koets. De poststukken deden er nog dagen over eer ze bij de geadresseerde kwamen. Ook klederdracht en gewoontes zijn aangepast aan deze periode. Akoenin heeft deze periode zeer goed beschreven.

De personages zijn uitstekend uitgewerkt. Boris Akoenin heeft ze niet uitgediept op karaktereigenschappen, maar eerder op hun daden. Zonder overweldigend te zijn, maar wel herkenbaar. En soms zijn ze omgeven door een vleugje mystiek. Niet alle personages zijn helemaal uitgewerkt tot op het bot, gelukkig, want er zijn er wel wat. Akoenin maakt een duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijpersonages waardoor het memoriseren van de personages vlot gaat. Het is ook door de herkenbaarheid en ook de ‘eenvoud’ van de karakters dat het boek vlot leest. In het begin is het eventjes wennen als Belg aan de Russische namen, maar het went.

Het verhaal is goed opgebouwd. Een logische opbouw zonder flashbacks. En de hoofdstukjes beginnen allen met een kort samenvattend zinnetje. Bijvoorbeeld ‘Hoofdstuk 6 waarin de mens van de toekomst opdaagt’. Het plot is ook formidabel. Je kan niet in het midden van het verhaal zeggen hoe het waarschijnlijk kan aflopen. Voortdurend wordt de lezer verrast door wendingen. Het spreekt voor zich dat de afloop ook verrassend is.

Verrassend

Akoenin heeft me zeker verrast met zijn schrijfstijl en woordkeuzes.

Het mag dan een misdaadroman zijn, maar humor ontbreekt zeker niet. Zowel situaties als woordspelingen.

Ook beschrijvingen zijn in rijke beeldende taal gedaan en in oude gangbare taal. Zoals bijvoorbeeld ‘jeunesse dorée’, ‘frisse fysionomie’, ‘gesticulaties’, ‘zonder hem ben ik helemaal onthand’p. 101.

Bijvoorbeeld: ‘Het was een beetje donker in de schaduwrijke kamer…’p. 266

Bijvoorbeeld: ‘De kogel ketste jankend tegen de muur…’ p. 251

Wat me opvalt is ook het veelvuldig gebruik van verkleinwoordjes.

Ook een beetje horror die me doet denken aan Hitchcock en romantiek vullen het verhaal op een positieve manier.

Wat men in onze literatuur weinig tegenkomt zijn haakjes waartussen iets verduidelijkt wordt. Daar maakt Akoenin ook gretig gebruik van, wat het lezen toch prettig maakt.

Conclusie

Boris Akoenin staat op mijn lijstje van lievelingsauteurs. De opbouw en het ‘dunne’ verhaal doet me denken aan Agatha Christie. Akoenin vind ik vanwege zijn rijke beeldende taal en humor net iets beter dan Christie. Het is ook geen zwaar boek. Het is niet typisch Russisch geschreven waar je door een reeks bijwoorden moet ploeteren. Het is verteerbaar. Zeker een aanrader voor wie van misdaad, humor en mystiek houdt.

Citaten:

P 95: ‘Je weg vinden is het allerbelangrijkste in het leven van ieder mens’.

Mady Maeriën

13/8/2021